30 GRADEN

"Dertig graden" zegt de dame op de steiger die ik toevallig tegen het lijf loop. "Dèrtig graden"! Benadrukt ze nog maar eens. Ze kijkt mij met een verongelijkt gezicht aan of het mijn schuld is dat het vandaag geen dertig graden is.

"Ik ga dus niet mee zeilen" deelt ze mee. Ik kijk haar eens goed aan. Ze is -schat ik- zo'n beetje van hetzelfde bouwjaar als ik, maar verder houdt elke vergelijking op. Gekapt haar, strak in de make-up en chique gekleed in een blauwe linnen broek met  -als nautisch elementje- een Bretonse trui van een duur merk. Daar overheen een dun bijpassend jasje.

"Veel te koud dit weer, verleden jaar was het wèl dertig graden" zeurt ze nog even verder. Ik begin mij ernstig af te vragen of deze dame wel eens van een weersverwachting heeft gehoord. Het lijkt er niet op. Haar kleding is ongeschikt voor een zeiltochtje op een dag waarop de thermometer tien graden aangeeft, maar de gevoelstemperatuur zelfs nog een paar graden lager is.

"Ik ga niet mee" zegt ze, terwijl haar vinger met een roodgelakte nagel naar een jacht wijst. Ze neemt mij nog eens van top tot teen onderzoekend op, zucht diep, draait zich om en loopt weg zonder verder iets te zeggen. 

Tijd om over deze dame na te denken krijg ik niet, want een kennis op een zeilboot even verder op roept mij iets toe. "Hoeveel laagjes heb jij aan"?  Zonder op antwoord te wachten deelt ze mee dat zij in vijf laagjes verpakt zit. Ik kom niet verder dan vier,  inclusief zeilbroek maar nog even zonder zeiljack dat al klaar ligt. Ook vijf dus. Terwijl ik haar nazwaai en goede vaart wens zie ik nog net hoe de gekapte, Bretons blauw gestreepte dame in haar auto stapt.

In mijn zeilpak ben ik niet  bepaald elegant, mijn haar is een warboel en make-up heb ik maar achterwege gelaten. Met dit weer maakt dat allemaal  niet uit. Lekker makkelijk en snel klaar. Dat is, ontegenzeggelijk, het voordeel van een dag waarop het geen dertig graden is en je toch een zeiltochtje wilt maken.