Het is een stralende dag in de haven van Den Helder. We zijn vroeg opgestaan want we gaan weer zeilen. Ook op andere zeilboten is de bemanning druk in de weer om het schip gereed te maken voor vertrek. Vanwege het mooie weer staan dames en heren slechts gekleed in korte broeken en sweaters klaar achter stuurwiel of op het dek.

Ik sta ook klaar. Met een spijkerbroek, thermo-sokken en windjack aan met daaronder nog een fleecevest. Om het plaatje compleet te maken heb ik ook mijn reddingsvest aangetrokken. Het verschil tussen een zwemvest en reddingsvest is het volgende. Een zwemvest wordt gedragen door (kleine) kinderen aan boord. Het is fel oranje van kleur en heeft alleen drijfvermogen. Een reddingsvest is voor het echte werk: bij een val in het water blaast het vest zich op, er zit aan fluitje aan om de redding te bespoedigen en -omdat je ook bij nacht overboord kan vallen- heeft het een lampje.Kortom: ik ben er gereed voor.

Een buurman, die onze verrichtingen gezellig vanuit zijn kuip volgt vraagt Peter naar onze zeilplannen. "Texel" zegt Peter. De beste man lijkt een beetje vragend richting mijn kant op te kijken. En dat is niet zo vreemd want vanuit Den Helder is Texel de dichtstbijzijnde bestemming terwijl ik qua outfit gereed ben voor een lange reis naar het koude noorden.

Het is inderdaad waar dat ik nogal dik ben aangekleed maar het reddingsvest is wellicht het meest opvallende zeilattribuut bij deze weersomstandigheden. Zelfs een zeilboot met een zeilinstructeur vertrekt zonder dat de 5 cursisten hun reddingsvest aan hebben. Maar Peter vindt het in mijn geval een heel verstandige keuze. Volgens zijn observatie heb ik namelijk last van een soort van stabiliteits probleem. Of te wel: een gebrek aan zeebenen. Als ik op het dek loop voor het vastleggen van de lijnen, het gereed maken van de fenders (stootkussens) of een knopje bij de mast moet omzetten, dan waggel ik blijkbaar als een soort Alfred Jodocus Kwak over het dek. Dat maakt het dragen van een reddingsvest in mijn geval wel handig en Peter is de schipper dus die heeft er verstand van. 

Als we later die dag bij kennissen aan boord een borrel drinken komt het verhaal natuurlijk ook op mijn reddingsvest. Peter bevestigt nogmaals zijn diagnose dat ik lijd aan 'stabiliteitsproblemen'. Onze kennis heeft een oplossing voorhanden: voortaan op één been tanden te poetsen. Voor dit soort gevallen zou dat een goede oefening zijn. Wij hebben inmiddels geleerd dat je goede raad van ervaren zeilers nooit in de wind moet slaan. Nog dezelfde avond heb ik deze oefening uitgeprobeerd en dat ging best goed. Wel moest ik mij met één hand vastklampen aan de wastafel en dat is dan weer niet de bedoeling. Los van nut en noodzaak is het poetsen op één been wel een wat vreemde activiteit in een wasruimte die ook voor de andere dames van de haven toegankelijk is. 

We zijn Inmiddels weer even thuis. Een ervaring en fysiek probleempje rijker, maar genoeg tijd om in alle rust te oefenen!