GET WET

Zaterdag 8 oktober. De temperatuur ligt op dit vroege tijdstip nog rond de 8 graden C., het is bijna windstil. Dat is meer dan goed nieuws! Mijn oranje strandtas staat klaar, gevuld met handdoek, badpak, fototoestel, thermo- kleding en een paar extra sokken. Ik ga naar Scheveningen. Niet naar het strand, maar naar een cursus overlevingstechnieken op zee. Mijn hart klopt een beetje in mijn keel als ik in de auto stap en ik vraag mij af die omelet bij het ontbijt wel zo handig was.

"Ongeacht het weer gaat de training gewoon door", zo staat in het informatieblad te lezen. "Bij slecht weer blijven we in de binnenhaven, anders gaan we buitengaats". Het klinkt spannender dan ik dacht toen ik mij op een mooie zomerse dag, zo'n twee maanden geleden, aanmeldde voor de cursus. "Weet je wel hoe hard het kan stormen in oktober?" had Peter gevraagd. Hij gaat trouwens niet mee. Dit soort trainingen heeft hij eerder gehad en bovendien is hij stellig van mening dat je gewoon niet overboord moet vallen.

Dat klinkt natuurlijk verstandig, maar het is ook een gegeven dat mensen soms overboord vallen en dan is het volgens mij toch wel nuttig als je weet wat je moet doen. Een beetje zelfredzaamheid dus en dan maar hopen dat je toch wordt gered. Gelukkig zijn er meer mensen die er net zo overdenken. Via "De Toerzeilers" hebben zich in totaal 36 mensen ingeschreven. Zeilers afkomstig uit alle windstreken van het land die zich nu verzameld hebben bij de jachtclub "At Sea" in Scheveningen, waar GET WET Maritiem de cursus zal geven.  De groep wordt in tweeën gedeeld en helaas kom ik terecht in groep 2. Dat betekent eerst theorie en dan -na een lunch met kroketten- het praktijkdeel op zee.

Ben is onze instructeur voor het eerste deel. Een ex-marinier, professioneel duiker en zo'n enthousiaste verteller dat de moed ons niet direct in de schoenen zakt als hij zijn PP-presentatie begint met krantenberichten over mensen die verdronken zijn na aanvaringen, overboord vallen bij plassen enzovoort. We leren een heleboel. Bijvoorbeeld hoe snel iemand onderkoelt raakt (bij een romptemperatuur van pakweg 30 C raak je al bewusteloos) en wat je dan wel en vooral niet moet doen om die temperatuur weer omhoog te krijgen. Hoe handstakellichten werken en een helikopterredding in zijn werk gaat. We mogen proeven van iets vaags dat blijkbaar er in een overlevingspakket hoort te zitten. Die smaak alleen al is een goede reden om niet in een reddingsvlot te willen zitten. De ochtend vliegt om. Dan moeten we snel aan de lunch met kroketten want de ochtendgroep is te laat terugkomen en onze groep moet zich gereed maken om de verloren tijd in te halen. De zenuwen beginnen nu bij meer mensen toe te slaan. Het beste bewijs is misschien wel dat niemand een kroketje neemt.

We moeten een speciaal pak aan. En dat pak blijkt de grootste uitdaging te worden. De pakken zijn nat en moeilijk aan te trekken. Mijn pak nummer 1: komt tot de enkels; pak nummer 2 (na veel geruk en getrek van behulpzame dames) komt tot de knieën. Geen pak past en de meeste dames (en heren) zijn ondertussen al naar de boot. Er wordt gebeld dat er nog twee dames (waaronder ik dus) nog komen. Dan wordt een XXL-mannenpak voor mij gevonden. Ik krijg het met veel hulp en gesjor aan, maar het rubberen kruis hangt op mijn knieën, dus ik vraag mij ernstig af of dat mijn overlevingskansen niet zal verkleinen. Met de aardige dame die mij geholpen heeft ren ik naar de sleepboot die op ons ligt te wachten. Een echtpaar dat op een bankje in de zon zit kijkt ons verbaasd na. Onze rubberen pakken maken vreemde piepgeluiden. Onze mede-cursisten aan boord zien er plotseling onherkenbaar uit in de rubberen (nou ja, neopreen) pakjes met strak mutsje. 

Terwijl de boot met stevige vaart de haven verlaat en het ruime sop kiest worden we in groepjes onderverdeeld. Onze instructeur, die er stoer en afgetraind uitziet, lijkt het niet erg te vinden dat ons groepje heeft aangegeven dat het voor  niet àl te fanatiek hoeft. Dan de eerste oefening: over de reling van de boot klimmen en volgens instructie het water in springen. Eén dame wordt nu al lichtgroen. We  leren vervolgens hoe we 'krokodil" moeten zwemmen; in- en uit en reddingsvlot klimmen; een omgeslagen vlot weer omkeren; een slachtoffer aan boord hijsen en het afsteken van vuurpijlen en rookpotten. Ik geloof niet dat ik ooit zoiets vermoeiends in één middag heb gedaan. Iedereen heeft het overleefd, ondanks wat happen zout water (en een paar cursisten die het toch klaarspeelden om zeeziek te worden). Ons enthousiasme wordt echter snel naar realistische proporties teruggebracht, want onze instructeurs waarschuwen ons dat deze weersomstandigheden het ons wel érg makkelijk hebben gemaakt. Een stralend zonnetje, nog relatief warm zeewater, geen wind en geen golven. Niettemin krijgen we allemaal ons certificaat.

Eenmaal thuis, wacht Peter mij op met een wijntje, een lekker hapje en stevige stamppot. "Laat eens raden" begint hij. "Ik denk dat het belangrijkste wat je hebt geleerd is dat je gewoon niet overboord moet vallen". En daar komt het inderdaad wel op neer.

 

PS benieuwd naar de training? Op de website van GET WET staat nadere info en een leuk filmpje (helaas niet van onze groep!)http://www.getwet.nl/index.php/watersporters/noordzee-training/